Betaalde premies voor lijfrente-voorzieningen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. De premies zijn aftrekbaar voor mensen die op 1 januari niet meer dan vijf jaar ouder zijn dan de AOW-leeftijd. De aftrek is begrensd op 30% van de premiegrondslag. De premiegrondslag is het totaal van de winst uit onderneming, het resultaat uit werkzaamheden, het loon uit dienstbetrekking en de ontvangen periodieke uitkeringen en verstrekkingen in het vorige jaar. De premiegrondslag bedraagt maximaal âĴ 128.810 in 2023 en wordt verminderd met een bedrag van âĴ 13.646. De aftrekbare premie bedraagt maximaal âĴ 34.550. Wie in de voorgaande tien jaar minder dan het maximum aan premies in aftrek heeft gebracht, kan het niet aangewende bedrag alsnog in aftrek brengen tot een maximum van âĴ 38.000.
Voor tijdelijke oudedagslijfrenten geldt als voorwaarde voor aftrekbaarheid van de premie dat het bedrag van de jaarlijkse uitkering niet hoger mag zijn dan âĴ 24.168. De uitkeringen mogen niet eerder ingaan dan in het jaar waarin men de AOW-leeftijd bereikt en niet later dan vijf jaar na dat tijdstip.