Wijzigingen in de salarisadministratie per 2023

salarisadministratie

Het zijn moeilijke economische tijden. Na de coronacrisis zijn grondstoffen voor allerlei producten schaars, de oorlog in Oekraïne heeft de energie- en voedselprijzen fors doen stijgen. We merken het allemaal dat de kosten voor ons levensonderhoud enorm zijn toegenomen. Het kabinet heeft in het Belastingplan 2023 een aantal maatregelen genomen, zodat het er voor de meesten van ons in 2023 wat dragelijker wordt. AAme Salarisadviseurs heeft de belangrijkste wijzigingen in de salarisadministratie voor u op een rij gezet.

Verhoging van het minimumloon

Vanwege de enorm hoge inflatie en zwaar afnemende koopkracht van Nederlanders met lagere en middeninkomens, heeft het kabinet in het belastingplan 2023 besloten dat de minimumlonen, en alle aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen, per 1 januari 2023 in een keer verhoogd worden. Het wettelijk minimumloon wordt met 8,05% plus de halfjaarlijkse indexatie op basis van contractloonstijgingen van 2,10% verhoogd worden, een totale stijging van 10,15%. 

Een andere grote wijziging binnen dit kader is de aanpassing van de berekening van het minimumloon. Het minimumloon wordt tot dit jaar bepaald op maandbasis, wat ervan zorgt dat een werknemer die 40 uur per week werkt een lager minimumloon heeft dan een werknemer die 36 uur werkt. Per 1 januari 2024 zal dit veranderd worden naar een minimumuurloon, ongeacht de lengte van de werkweek.

Minder loonheffingen en meer arbeidskorting

Elk jaar worden worden de loonheffingen opnieuw vastgesteld. In 2023 zal de eerste belastingschijf met 0,14% zakken en zal de arbeidskorting omhoog gaan. Per saldo zullen werknemers meer iets overhouden onderaan de loonstrook.

Pensioenleeftijd iets verder omhoog

Vanaf 1 januari 2023 schuift de pensioenleeftijd op naar 66 jaar en 10 maanden. Dit betekent dat iedereen die na 31 mei 1956 en voor 1 maart 1957 geboren is, in 2023 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Verruiming vrije ruimte WKR

In het belastingplan 2023 is tevens opgenomen dat er per 1 januari 2023 een tijdelijke verhoging van 3% in de eerste schijf (tot € 400.000 van de totale fiscale loonsom) zal plaatsvinden. Deze verhoging zal per 2024 komen te vervallen en zal plaatsmaken voor de structurele verhoging van de eerste schijf van 0,22%-punt. Dit brengt het percentage van de eerste schijf naar 1,92%.

Het effect van de tijdelijke verruiming van de WKR kan ervoor zorgen dat werkgevers die gewoonlijk de vrije ruimte overschrijden, en dus verplicht zijn over het surplus een eindheffing te betalen, nu binnen de vrije ruimte blijven en zo voordeliger uit zijn.

Het effect van deze structurele verhoging is een verruiming van de vrije ruimte van € 880, op basis van een totale fiscale loonsom van € 400.000. Dit kan dus zorgen voor een belastingvoordeel bij werknemers waar deze extra ruimte wordt ingezet.

Lees alles over het Belastingplan 2023
Op Prinsjesdag heeft het kabinet haar voornemen voor het jaar 2023 bekendgemaakt. Daartoe behoort ook het Belastingplan 2023.

Reiskosten vergoeding; van € 0,19 naar € 0,21

Voor het eerst vanaf 2006 zal de kilometervergoeding voor reiskosten van € 0,19 naar € 0,21 stijgen, en per 2024 naar de € 0,22. Dit heeft alles te maken met de stijgende prijzen voor reizen met de auto en reizen met het openbaar vervoer. De hierboven genoemde bedragen zien op het woon-werk verkeer van werknemers in loondienst en voor ondernemers voor de inkomstenbelasting. Een werkgever is uiteraard vrij om meer te vergoeden dan de wettelijke reiskostenvergoeding, alles boven dit bedrag wordt echter als loon aangemerkt.

Gerichte thuiswerkvergoeding

In 2022 werd er de gericht vrijgestelde thuiswerkvergoeding van € 2 per dag geïntroduceerd, dit bedrag kan onbelast vergoed worden. In 2023 gaat de vrijgestelde thuiswerkvergoeding omhoog naar € 2,13 per dag.

Overigens berekende het Nibud in maart 2022 dat de kosten van het thuiswerken voor werknemer gemiddeld op € 3,05 per dag liggen, ten opzichte van de berekende € 2 per dag in 2021.

Bijhouden van CO2 uitstoot voor grote werkgevers

Als onderdeel van het Klimaatakkoord moet er een CO2-reductie komen op de werkgerelateerde personenmobiliteit. Het kabinet kondigt daarom aan dat werkgevers vanaf 100 werknemers vanaf 1 januari 2023 gegevens aan moeten leveren over het woon-werk én zakelijke verkeer van hun werknemers.

Over hoe deze registratie precies vorm gaat krijgen is nog weinig bekend. In eerste instantie zal het gaan om totalen voor de hele organisatie, waarbij de privacy van de werknemers gerespecteerd blijft. Denk aan het totaal aantal reizigerskilometers (woon-werk & zakelijk), de gebruikte vervoersmiddelen en het type brandstof voor bromfiets, scooter of motorvoertuig. Werkgevers kunnen deze gegevens via een digitaal platform bij het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) insturen. In 2023 kunnen werkgevers dit op vrijwillige basis over 2022 insturen.

Meer dan 100 fiscale Eindejaarstips
Met het jaareinde van 2022 in zicht, is dit een mooi moment om na te gaan of u op fiscaal gebied nog actie moet ondernemen. Sommige zaken kunnen niet wachten tot 2023, terwijl andere zaken juist om uitstel tot in het nieuwe jaar vragen. 

Een lagere eerste schijf in de inkomstenbelasting

Als component van het aantrekkelijker maken van werk, wordt ook de eerste schijf van de inkomstenbelasting verlaagd naar 36,93%. Doordat werkenden met een inkomen tot €73.071  minder belasting gaan betalen, houden zij hier per jaar maximaal een bedrag van €102 netto aan over.

De werkgeversheffing ZVW die werkgevers verschuldigd zijn over het loon van werknemers, daalt per 2023 naar een percentage van 6,68%. In 2022 was dit een percentage van 6,75%. Het maximumbijdrageloon wordt overigens wel verhoogd van € 59.706 in 2022 naar € 66.952  in 2023.

Ook de werknemersbijdrage ZVW daalt met 0,07% in 2023. Zo was dit in 2022 5,50% en daalt dit percentage in 2023 naar 5,43%. Voor de werknemersbijdrage ZVW geldt hetzelfde maximumbijdrageloon als voor de werkgeversbijdrage.

Afschaffen doelmatigheidsmarge bij gebruikelijk loon

De doelmatigheidsmarge, die gebruikt wordt voor het vaststellen van het loon van een DGA (Directeur-grootaandeelhouder), stelde tot 2022 dat het loon van een DGA 25% lager gesteld mag worden dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dit was het gevolg van een moeilijk vast te stellen loon op basis van vergelijkbare dienstbetrekking. In het belastingplan 2023 werd aanvankelijk opgenomen dat deze doelmatigheidsmarge verlaagd zou worden naar 15%. Toch werd in de aanbiedingsbrief bij het belastingplan genoemd dat de doelmatigheidsmarge volledig zal verdwijnen.

Dat is niet het enige wat veranderd voor DGA’s in 2023. DGA’s van zogenaamde innovatieve startups kunnen vanaf 2023 geen gebruik meer maken van de gebruikelijk-loonregeling. Bij evaluatie van deze regeling is namelijk gebleken dat de te weinig gebruikt wordt. Om deze reden zal deze regeling per 2023 afgeschaft worden. Voor DGA’s die in 2022 al gebruikmaken van deze regeling, kan de regeling in 2023 en 2024 nog toegepast worden. In welk jaar de regeling vervalt, is afhankelijk van in welk jaar de regeling voor het eerst door de DGA is toegepast.

30%-regeling en de keuzeregeling

Per 1 januari 2023 krijgt de werknemer aan wie de 30%-regeling is toegekend de keuze om de werkelijk gemaakte kosten of de 30%-regeling toe te passen. Deze keuze wordt aan het begin van het jaar vastgezet en kan daarna niet meer gewijzigd worden voor het desbetreffende jaar.

Per 1 januari 2024 zal vervolgens de toepassing van de 30% regeling beperkt worden tot de WNT-norm (Wet Normering Topinkomens), wat voor 2022 gesteld is € 216.000. Vanaf 2024 zou dit betekenen dat de 30%-regeling maximaal over een jaarinkomen van maximaal € 151.200 berekend mag worden (op basis van de huidige WNT-norm, deze wordt elk jaar opnieuw vastgesteld). Als dit bedrag niet voldoende is om de extraterritoriale kosten te dekken, kan altijd nog gekozen worden voor de werkelijke kosten.

De 30%-regeling kent vanaf 2024 ook een overgangsregeling voor werknemers waarvoor de regeling in het laatste tijdvak van 2022 is toegepast. Deze werknemers blijven de huidige voorwaarden behouden tot 1 januari 2026. Voor werknemers die vanaf 2023 gebruikmaken van de regeling, geldt de overgangsregeling niet.

Premiewijzigingen

Bijna alle sociale premies zullen in 2023 gelijk blijven of iets dalen, behalve de Aof-premie (premie arbeidsongeschiktheidsfonds) voor grote werkgevers. Die zal van een percentage van 7,05% in 2022 iets stijgen naar een percentage van 7,15% in 2023.

Vragen of meer informatie over uw salarisadministratie?

Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen of wilt u meer informatie? Schroom niet en neem contact met ons op…


Winkelwagen
Click to access the login or register cheese
Scroll naar boven